Naastenliefde

Als iemand verslaafd is hebben naasten hier last van. Verslaving wordt dan ook niet voor niets een familieziekte genoemd.
Doel van de familie is vaak om de verslaafde te laten inzien dat hij moet gaan herstellen van zijn verslaving. De verslaafde heeft een probleem, dus als dat wordt opgelost, is alles opgelost.
Dit is vaak de denkwijze van naasten. Het probleem ligt bij de verslaafde, niet bij hen.
Grotendeels is dat natuurlijk ook waar. De verslaafde heeft een probleem en alleen hij kan daadwerkelijk stoppen met wat hij/zij doet.
Maar naasten houden soms, ongewild, de verslaving in stand.
Door geld te geven, door iemand in huis te nemen, door smoezen voor het gedrag van de verslaafde te verzinnen, door alles met de mantel der liefde te bedekken hou je de verslaving in stand.
En al gaat de verslaafde in herstel, dan ben je er nog niet. Want herstellen gaat vaak niet zonder slag of stoot en meestal komt er wel een terugval, waar je mee om moet leren gaan.

Ouders, partners, kinderen, broers en zussen… hoe dichter bij je iemand staat, hoe groter de kans dat je de verslaving in stand houdt. Dit komt voort uit liefde. Liefde voor de junk, die vroeger je kleine meisje was, liefde voor de alcoholist, die vroeger zo’n fijne vader was. Liefde voor de gokverslaafde, die je grote liefde was toen jullie trouwden….

Naasten moeten leren om los te komen van de verslaafde. Als je leert om los te laten, en gaat inzien dat je niet alles onder controle kan en hoeft te houden, dan kun je verder. Je moet grenzen leren stellen en jezelf niet wegcijferen voor de ander. Je kan je leven niet “on hold” zetten voor een ander.
Je moet leren omgaan met gevoelens van angst, verlies, verdriet, boosheid en leren vergeven, om samen door te kunnen gaan.
Pas als je dat allemaal inziet en emoties verwerkt hebt kun je samen op weg naar herstel…

Geplaatst in Berichten.